Marianne (67) is dol op haar kleinkinderen. “Ze zijn mijn alles,” zegt ze met een glimlach. “Maar ik ben ook nog steeds mezelf. En dat lijken mijn kinderen soms te vergeten.”
Sinds haar dochter Eva weer aan het werk is, past Marianne drie dagen per week op haar kleinkinderen van twee en vier. “In het begin vond ik het gezellig. Knutselen, wandelen, koekjes bakken. Maar na een paar maanden merkte ik dat het me opbrak. Ik was kapot aan het eind van de dag.”
Steeds meer vanzelfsprekend
Wat begon als tijdelijk hulp, werd langzaam een gewoonte. “Als ik een dag niet kon, kreeg ik een appje: ‘Maar mam, ik moet werken, kun je echt niet even?’ Ik voelde me schuldig, dus ik zei altijd ja. Totdat ik merkte dat ik niet meer leefde voor mezelf, maar voor hun schema.”
Toen Eva op een zondag vroeg of ze ook op vrijdag nog even kon inspringen, barstte de bom. “Ik zei: ‘Lieverd, ik hou van je, maar ik ben geen gratis kinderopvang.’ Ze keek me aan alsof ik haar had geslagen. Ze zei: ‘Maar mam, je ziet ze toch graag?’ Natuurlijk! Maar houden van betekent niet dat ik geen grenzen mag hebben.”
Onbegrip in de familie
De dagen daarna was de sfeer kil. “Mijn schoonzoon vond dat ik overdreef. Mijn dochter sprak me weken niet. Ik voelde me zó schuldig dat ik zelfs dacht: misschien had ik gewoon moeten zwijgen.” Toch bleef ze bij haar besluit.
“Ik heb mijn hele leven gewerkt, voor mijn kinderen gezorgd en voor mijn ouders. Nu wil ik ook eens tijd voor mezelf. Op reis, yoga, tuinieren, noem maar op. Dat maakt me geen slechte oma. Dat maakt me een mens met grenzen.”
Rust en begrip
Na een paar weken kwam Eva langs met bloemen. “Ze zei: ‘Mam, ik snap het nu. We hebben te veel van je gevraagd. Sorry.’ Toen moest ik huilen. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: tijd, liefde en begrip.”