Brakka betekent ‘huis’. Als je iemand hoort zeggen dat hij ‘naar z’n brakka gaat’, bedoelt hij gewoon dat hij naar huis gaat. Het woord wordt vooral gebruikt in jongerentaal en straattaal in Nederland, met name in stedelijke gebieden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht.
In het dagelijks gebruik hoor je het woord brakka steeds vaker terugkomen, vooral onder jongeren op sociale media als TikTok en Instagram. Een actueel voorbeeld daarvan zie je in video’s waarin jongeren hun thuissituatie tonen, vaak ondertiteld met teksten als: “Na school snel naar m’n brakka, m’n bed roept!” Daarmee bedoelen ze dat ze na een lange dag snel naar huis willen om uit te rusten.
Wat is de oorsprong van brakka?
Brakka komt uit het Sranantongo, een Surinaamse creooltaal, waarin het woord ‘braka’ of ‘brakka’ huis betekent. Door migratie en cultuuruitwisseling via Surinaamse gemeenschappen in steden als Amsterdam en Rotterdam is het woord opgenomen in de Nederlandse straattaal. In de jaren 90 was brakka al vaker te horen in radioweken en rapnummers, maar de afgelopen jaren heeft het woord aan populariteit gewonnen door de opkomst van social media, drillrap en series waarin straattaal wordt gesproken.
Veelgestelde vragen
Is brakka alleen straattaal of ook onderdeel van het Sranantongo?
Brakka komt oorspronkelijk uit het Sranantongo, maar is nu ook vast onderdeel van Nederlandse straattaal geworden.
Wie gebruikt het woord brakka het meest?
Vooral jongeren tussen de 13 en 25 jaar gebruiken het woord, meestal in stedelijke gebieden met veel culturele diversiteit.
Wordt het woord brakka ook in België gebruikt?
In Vlaanderen komt het woord nauwelijks voor in het dagelijks taalgebruik, het is vooral typisch voor Nederland.
Is brakka hetzelfde als thuis?
Ja, brakka betekent letterlijk huis, maar kan ook ‘thuis’ aanduiden, afhankelijk van de context.
Welke andere straattaalwoorden lijken op brakka?
Andere woorden die op brakka lijken zijn oso (ook ‘huis’ in Sranantongo) en toko (winkel maar soms informeel ook huis).